"Aere perennius": scherts en ernst in de Oden can HoratiusM. Nijhoff, 1926 - 336 sider |
Fra bogen
Resultater 1-5 af 31
Side 2
... meent , zeker wegens de over- leggingen over den koop van een vaatje wijn enz . , dat het vóór den maaltijd is gemaakt ; de levendige beschrij- ving van het feest met de dolle uitingen van feestvreug- de zou dus fantasie zijn . Dezelfde ...
... meent , zeker wegens de over- leggingen over den koop van een vaatje wijn enz . , dat het vóór den maaltijd is gemaakt ; de levendige beschrij- ving van het feest met de dolle uitingen van feestvreug- de zou dus fantasie zijn . Dezelfde ...
Side 14
... meent . Eéne ode van geheel anderen aard zou ik nog tot de Brundisijnsche reis in verbinding willen brengen . Het is de ontboezeming van den onbegraven schipbreukeling ,, prope litus Matinum " die zich richt tot den daar be- graven ...
... meent . Eéne ode van geheel anderen aard zou ik nog tot de Brundisijnsche reis in verbinding willen brengen . Het is de ontboezeming van den onbegraven schipbreukeling ,, prope litus Matinum " die zich richt tot den daar be- graven ...
Side 28
... meent dat het erotisch is bedoeld , hij ziet in de myrt als zinnebeeld van de liefde eene duidelijke toespeling . Veel nadere verklaring geeft hij niet ; moet het volgens hem wijzen op eene liefdesbe- trekking tot den jeugdigen schenker ...
... meent dat het erotisch is bedoeld , hij ziet in de myrt als zinnebeeld van de liefde eene duidelijke toespeling . Veel nadere verklaring geeft hij niet ; moet het volgens hem wijzen op eene liefdesbe- trekking tot den jeugdigen schenker ...
Side 43
... meent dat Horatius werkelijk op grond van de gedragingen van een oude kraai storm ver- wachtte en daarom zijn vriend in een haastig neerge- schreven kunsteloos gedichtje waarschuwde . Lucian Müller ziet in het gedichtje een grap van ...
... meent dat Horatius werkelijk op grond van de gedragingen van een oude kraai storm ver- wachtte en daarom zijn vriend in een haastig neerge- schreven kunsteloos gedichtje waarschuwde . Lucian Müller ziet in het gedichtje een grap van ...
Side 50
... meent dat een hoonlach het loon zou zijn van een dichter die zoo iets schreef . Wat hij als bijzonder onzinnig aanwijst zijn de twee orders aan een slaaf , beide gevolgd door een tegenorder , een uitdrukking van twij- fel , die het ...
... meent dat een hoonlach het loon zou zijn van een dichter die zoo iets schreef . Wat hij als bijzonder onzinnig aanwijst zijn de twee orders aan een slaaf , beide gevolgd door een tegenorder , een uitdrukking van twij- fel , die het ...
Indhold
176 | |
186 | |
200 | |
207 | |
222 | |
235 | |
242 | |
249 | |
86 | |
93 | |
105 | |
115 | |
117 | |
122 | |
134 | |
144 | |
153 | |
167 | |
256 | |
263 | |
269 | |
281 | |
288 | |
294 | |
307 | |
319 | |
325 | |
331 | |
Almindelige termer og sætninger
aardig Aeacus Aere perennius Alcaeus Amor antwoord Apulië Augustus Bentley besproken ode betoog bezwaren boog brengen Caesar carmen critici Cycladen dicht dichter dien Dulce dunkt eenige elegie Epoden ernstig Faunus feest gedicht geeft geheel Glycera goed Grieksche Grosphus heel Heinze heroën Hora Horatiaansch Horatii Horatii Flacci Horatius Horaz Iccius iets juist Jupiter Keller Kiessling klacht laat laatste strophe Lamia Lehrs leven lezing liefde lier lierdicht lijk Lucian Müller Lyce Lycus lyrische Maecenas maken meent mensch Mercurius mihi moeielijkheden mooie Muze Nauck Neen neque noodig nunc oden odenbundel onze ode opvatting Peerlkamp Pindarus pinus Plancus quae Quid Quintilianus quod ratius rijk rijkdom Romeinsche Sabijnsche satire schets schetst schijnt schildering schip schrapping Scythen slotstrophe spreker strophe tibi Tibullus Tibur tius tusschen tweede strophe uiting vaatje Venus Vergilius verklaarders verklaring verzen volstrekt vraag vriend vroolijke weer werkelijk wijn woord zeker zelve zoo'n zooals zulk zullen
Populære passager
Side 272 - Africum mercator metuens otium et oppidi laudat rura sui: mox reficit rates quassas indocilis pauperiem pati. est qui nee veteris pocula Massici nee partem solido demere de die spernit, nunc viridi membra sub arbuto stratus, nunc ad aquae lene caput sacrae...
Side 137 - Vides ut alta stet nive candidum Soracte, nec iam sustineant onus silvae laborantes, geluque flumina constiterint acuto. Dissolve frigus ligna super foco 5 large reponens, atque benignius deprome quadrimum Sabina, o Thaliarche, merum diota.
Side 86 - O navis, referent in mare te novi fluctus ! o quid agis ? fortiter occupa portum ! nonne vides ut nudum remigio latus et malus celeri saucius Africo 5 antennaeque gemant ac sine funibus vix durare carinae possint imperiosius aequor?
Side 159 - Catullan quote and several other echoes. integer vitae scelerisque purus non eget Mauris iaculis neque arcu nee venenatis gravida sagittis, Fusee, pharetra, sive per Syrtes iter aestuosas sive facturus per inhospitalem Caucasum vel quae loca fabulosus lambit Hydaspes. namque me silva lupus in Sabina, dum meam canto Lalagen et ultra terminum curis vagor expeditis, fugit inermem.
Side 159 - Arida nutrix. Pone me pigris ubi nulla campis Arbor aestiva recreatur aura, Quod latus mundi nebulae malusque luppiter urget ; 20 Pone sub curru nimium propinqui Solis in terra domibus negata : Dulce ridentem Lalagen amabo, Dulce loquentem.
Side 200 - Non usitata nee tenui ferar penna biformis per liquidum aethera vates, neque in terris morabor longius, invidiaque maior urbes relinquam. non ego, pauperum sanguis parentum, non ego, quem vocas, dilecte Maecenas, obibo nee Stygia cohibebor unda.
Side 134 - Solvitur acris hiems grata vice veris et Favoni, trahuntque siccas machinae carinas; ac neque iam stabulis gaudet pecus aut arator igni, nee prata canis albicant pruinis.
Side 79 - Pyrrhae nova monstra questae, omne cum Proteus pecus egit altos visere montes, piscium et summa genus haesit ulmo, nota quae sedes fuerat columbis, et superiecto pavidae natarunt aequore dammae.
Side 137 - Nunc et latentis proditor intimo Gratus puellae risus ab angulo, Pignusque dereptum lacertis Aut digito male pertinaci. Mercuri, facunde nepos Atlantis, Qui feros cultus hominum recentum Voce formasti catus et decorae More palaestrae...
Side 28 - PERSICOS odi, puer, apparatus; displicent nexae philyra coronae ; mitte sectari, rosa quo locorum sera moretur.