digt dat de schijnbare strijd van alle afzonderlijke belangen, mits men aan dien strijd zijn vrijen loop late, de maatschappelijke welvaart tot noodwendige uitkomst heeft dan vergeet zij rekening te houden met ééne zaak, die geheel haar droombeeld der harmonies économiques weder in duigen werpt en in strijd brengt met de werkelijkheid: met de zonde. De zonde van onzen stamvader heeft des menschen verstand beneveld en zijn hart tot het booze geneigd gemaakt; en tengevolge van dit allerzekerste feit moet elk stelsel falen, dat als des menschen voornaamste drijfveer rekent op zijn welbegrepen eigenbelang. Want de gevallen mensch kent zijn belang niet dan gebrekkig, en is ook wanneer hij het kent te zeer geneigd de roepstem van zijn belang voor die der zonde te versmaden. De dronkaard, de wellusteling weet dat hij zich schaadt, doch hij verkiest zich te schaden; ook de oneerlijke is overtuigd van de waarheid dat ,,eerlijk het langst duurt," doch hij volgt haar niet. En wie durft van zich zelven zeggen dat hij niet dikwijls en in velerlei opzichten zondigt met het bewustzijn dat zijne zonde hem niets dan nadéel toebrengen kan? Ik spreek hier tot het teedere geweten van den Christen, en althans verwacht ik geen tegenspraak. rein achten, de Christen weet dat hij vele verkeerdheden begaat. En om een voorbeeld aan te halen welks kracht ieder moet treffen: is het eigenbelang de beweegreden van de gruweldaden der Parijsche Commune geweest? Heeft het eigenbelang gedreven tot den moord der gijzelaars, tot de brandstichtingen, tot den even hopeloozen als verwoeden strijd in de straten, tot den dorst naar vernieling en bloed die zelfs ten koste van het eigen leven verzadigd worden moest? Neen, het eigenbelang is niet de éénige, zelfs niet de voornaamste drijfveer van 's menschen handelingen; en wanneer de staathuishoudkunde het doel dat zij zich voorstelt ook volkomen bereiken konde, dan had zij nog weinig gedaan, in vergelijking van hetgeen te doen overblijven zoude. Al wist zij ons allen een helder doorzicht te schenken van ons waar belang, het van hem Anderen mogen zich dagelijks struikelt en zou ons niet baten, indien zij ons niet tevens den wil en de kracht wist te geven om meer aan de wetten van dat belang dan aan de aantrekking der zonde gehoorzaam te zijn. En dit vermag noch zij noch eenige andere wetenschap, omdat geene wetenschap is opgewassen tegen de macht des duivels dit is het werk van Christus! Oneindig boven het laissez faire der staathuishoudkunde klinkt de leus des Christendoms: Bemin en doe wat Gij wilt 1)! Het laissez faire ligt er wel in opgesloten, maar het positieve gebod der Christelijke liefde heeft het negatieve voorschrift der wetenschap volledig en vruchtbaar gemaakt. ,,Wat gij wilt dat een ander u doen zal, doe hem ook alzoo!",,Dit is Mijn gebod, dat gij elkander liefhebt gelijkerwijs Ik u heb liefgehad!" ,,Bemin en doe wat gij wilt!" ziedaar de kern der goddelijke leer van het maatschappelijk welzijn. Waar zij vergeten en vertreden wordt, kan de vrije mededinging evenmin als de vrije vereeniging de Maatschappij voor den ondergang behoeden. Waar zij heerscht, is evenmin onthouding van billijk arbeidsloon als geweld der armen tegen de rijken te vreezen. Doch vermits God ons heeft geopenbaard dat de strijd tusschen het goede en booze zal voortduren tot het einde der wereld, zoo is het zeker dat het Christelijk beginsel der naastenliefde nooit geheel onderdrukt worden maar ook nooit volkomen zegevieren zal. Daarom kunnen wij niet volstaan met op den overmachtigen invloed van dat beginsel alleen te vertrouwen ; daarom is het noodig dat wij ook de steunsels niet versmaden, welke ons door wetenschap en studie voor het dikwijls wrakke gebouw der maatschappelijke orde worden aangewezen; daarom hebben nevens de voorschriften van den Zoon Gods ook, ofschoon in oneindig lageren rang, de lessen der staathuishoudkunde voor ons hare waarde, en heb ik het niet overbodig geacht de aan 1) Ama et fac quod vis (S. Augustinus). dacht te vestigen op de goede uitkomsten, die van vrijwillige arbeiders-vereenigingen elders verkregen en mijns inziens voor Nederland te verwachten zijn. ik Deze en alle andere steunsels echter zullen als rietstaven verbreken, wanneer de geest van ongeloof en opstand tegen Christus voortgaat zulke vorderingen te maken als wij in de laatste twintig jaren in de meeste Staten van Europa mag er Goddank bijvoegen, niet onder de katholieken van Nederland hebben aanschouwd. Zonder de hoop op een krachtige en uitgebreide herleving van het Christendom, voor wij vurig bidden en elk in zijn kring ijverig werken moeten, zou het moeilijk zijn zich een te sombere voorstelling te vormen van den toestand dien de Maatschappij in onze dagen zich zelve voorbereidt. Wanneer op de scholen, in de dagbladen en zelfs van den predikstoel het zaad des ongeloofs met volle handen onder het volk wordt uitgestrooid, dan is de algemeene zegepraal der vernielings-beginselen van de Internationale onder het opgroeiend arbeiders-geslacht een verzekerde zaak. Zij zijn wel met blindheid geslagen, die zich inbeelden dat een geringe hoeveelheid oppervlakkig onderwijs den werkman zal wapenen tegen de inblazingen van den nijd en van de begeerlijkheid. Toegegeven dat het welbegrepen eigenbelang zelfs van den arme is om de maatschappelijke orde niet met geweld te storen kan men dan gelooven dat de kennis van dit welbegrepen eigenbelang, die ook onder de meest ontwikkelden met zooveel moeite en tegenwerking wordt verbreid, aan de massa devolks als aanwaaien zal? Het,,tweemaal twee is vier" van den leeraar der staathuishoudkunde is voor den werkman veel meer ingewikkeld en vooral veel minder aanlokkend dan de taal van den man die zijne hartstochten vleit, die hem zijn treurigen toestand en de weelde der rijken voor oogen houdt, en die hem afvraagt waarom hij nog langer draalt van zijn kracht gebruik te maken tot het daarstellen eener betere verdeeling van de vruchten der aarde. ,,De Commune van Parijs is het werk der maatschappelijke her vorming begonnen dus roept hem de Internationale toe hare poging heeft gefaald wat bewijst dit? Alle eerste pogingen om iets groots tot stand te brengen falen. Hervat hare taak, en gij zult zegevieren! En al mocht ook gij in dien edelen strijd voor de gelijkheid de nederlaag lijden en de sekere eind-overwinning voor uw kinderen zijn bewaard, gij zult ten minste, even als de Commune, uw dag" hebben gehad; gij zult althans éénmaal uw rol van paria's voor die van heeren en meesters hebben verwisseld; is het niet beter zóó te sneven dan een leven van kommer en ellende, waarna niets is dan de eeuwige dood, nog eenige jaren gerekt te zien?'' Laat zulk een taal tot den werkman voeren, die het geloof aan een rechtvaardige en vergeldende Voorzienigheid verloren heeft en tracht hem dan in toom te houden door het wetenschappelijk betoog van zijn welbegrepen eigenbelang! Niet bij de armen alleen, ook bij de rijken is de wetenschap onmachtig om de medewerking te verkrijgen, welke voor het welzijn der Maatschappij van hunne zijde wordt vereischt. Dit blijkt reeds uit den hevigen tegenstand, dien de afschaffing van elk misbruik vindt bij hen die het bevoordeelden ten koste van het algemeen, en die toch schrander genoeg zijn waar het de ontdekking en bestrijding van andere misbruiken geldt. Niet langs den weg der wetenschap wordt afstand van een onrechtmatig voorrecht verkregen. En in verreweg de meeste gevallen, waarin verhooging van arbeidsloon na een hardnekkigen strijd aan de patroons wordt afgedwongen, had hun welbegrepen eigenbelang hen sinds lang tot, vrijwillige loonsverhooging moeten bewegen. Van de uitsluitende heerschappij der wetenschap is geen andere uitkomst te verwachten dan deze dat de natuurkundige theorie van Darwin zal verwezenlijkt worden op maatschappelijk gebied. Strijd - harde, eeuwige strijd van elk tegen allen; strijd om den overvloed, strijd om het noodige, die hoe langer hoe meer een strijd om het bestaan zal worden! Weeden zwakke, wee den hulpbehoevende, wee ieder die zijn recht niet door overnacht kan staven! Voor hem is,,geen plaats bereid aan het gastmaal des levens" het ware hem beter niet geboren te zijn! Ziedaar het laatste woord van de wetenschap der staathuishoudkunde, het woord uitgesproken door Malthus, na hem wel verbloemd en ontweken doch nooit wederlegd. Zou die wanhoopskreet inderdaad het laatste woord der menschelijke samenleving zijn? Ja, indien zij zich losscheurde van Christus en elders dan in Zijne leer hare hoogste wetten zocht. Ja indien de Christelijke liefde niet oneindig machtiger ware dan het welbegrepen eigenbelang. Ja. indien wij niet wisten dat in den strijd tegen God de duivel niet overwinnen zal. Maar dit weten wij, en daarom vertrouwen wij in deze slechte tijden op een betere toekomst. Armen en rijken zullen Christus tot scheidsrechter kiezen, en Hij zal hun vrede geven. De wetenschap zal zich met God verzoenen, en het >>Bemin en doe wat gij wilt" zal de kernspreuk,,,Gelijkheid door liefde" zal het laatste woord der Christelijke staathuishoudkunde zijn. H. A. DES AMORIE VAN DER HOEVEN. |