Billeder på siden
PDF
ePub

JAMES II, die zijnen broeder CHARLES opvolgde, was een Katholiek, een ijverige Katholiek, zoo ijverig zelfs dat hij het stout voornemen had opgevat de Engelsche Kerk weer onder Rome's gezag te brengen. Maar zoo onbehendig ging hij te werk dat hij, door allen gehaat en verlaten, eer vier jaar waren verloopen door zijnen schoonzoon WILLEM III, Prins van ORANJE en Stadhouder der Nederlanden, zonder slag noch stoot van den troon werd gestort en uit het land moest vluchten (23 December 1688).

Die vreedzame omwenteling maakte in Engeland wezenlijk een einde aan den strijd tusschen Vorst en Volk. De aloude vormen en bewoordingen werden. behouden; maar de vermaarde Declaration of Rights, welke WILLEM op 13 Februari 1689 aanvaardde, stelde met alle wenschelijke duidelijkheid de hoofdbeginselen, waarop het hedendaagsch grondwettelijk staatsrecht berust, en had voor gevolg dat voortaan het feitelijk gezag van de Kroon tot het Parlement overging.

De omwenteling van 1688 was echter eene Protestantsche zegepraal en de Katholieken in Engeland zelf eene onbeduidende minderheid zouden nog ge

[ocr errors]

durende anderhalve eeuw van het genot der veroverde vrijheden verstoken blijven. Daarmede hadden natuurlijk de Ieren geenen vrede. Gedurende JAMES' kortdurig bewind had de koninklijke Landvoogd, Lord TYRCONNEL (1), zelf een Katholiek, zijne geloofsgenooten op denzelfden voet als de Protestanten behandeld, ja wat het begeven der openbare ambten betreft, bepaald begunstigd; want in zekeren zin had hij STRAFFORD'S plan hernomen en was er op uit om van Ierland de vesting en den steun van 's Konings Katholieke politiek te maken. Met het oog op dat

(1) RICHARD TALBOT, Graaf van TYRCONNEL, geboren in 1625 en overleden in :691.

doel had hij een leger van vijftig duizend man op de been gebracht.

De Ieren weigerden dus WILLEM III te huldigen, doch waren alles behalve geneigd den onvermijdelijk wordenden strijd uitsluitend in het persoonlijk belang van den afgezetten JAMES te voeren. Het Iersche Parlement stelde hem harde voorwaarden, die Ierland's onafhankelijkheid practisch bekrachtigden en waarbij de macht des Konings niet minder dan door de Engelsche Declaration of Rights werd beperkt. Niet zonder tegenzin en eerst na lange tegenstribbelingen werden de eischen van het Parlement door JAMES ingewilligd toen hij in Maart 1690 te Kinsale landde; maar het was te nemen of te laten en hij moest zich onderwerpen.

eerste

Het Iersch Parlement van 1690 hebben de Engelsche schrijvers op de ongelooflijkste manier belasterd en voor eene vergadering uitgemaakt van razende Katholieke dwepers, die niets dan moord en roof beoogden. De waarheid is dat dit Parlement het en laatste was, waarin Ierland's volk wezenlijk werd vertegenwoordigd. De Katholieken ja waren er natuurlijk in meerderheid, want in het land waren zij vijfmaal zoo talrijk als de overige inwoners; maar ook Protestanten zetelden er en de handelingen der vergadering bewijzen dat wat zij nastreefde was de volkomen gelijkstelling van alle leren zonder onderscheid van oorsprong noch van godsdienst. Wel is waar, werden de Protestantsche grondeigenaars, die WILLEM's zijde hadden gekozen in den ban geslagen en hunne eigendommen (meestal verbeurde landen) in beslag genomen; maar zulke maatregelen waren door wet en recht volkomen gebillijkt en in elk geval niet te vergelijken met de confiscaties op oneindig grootere schaal, welke de

Ieren reeds hadden moeten verduren, noch zelfs met degenen, die hen noch wachtten. (1)

Intusschen had zich geheel Ierland voor JAMES verklaard, ter uitzondering van Londonderry en Enniskillen, waar de Protestanten uit Ulster zich hadden verzameld en met bewonderenswaardigen moed maandenlang stand hielden en alle aanvallen afweerden. Overigens kwam WILLEM aangesneld en den en Juli 1690 werd op de oevers der Boyne een hardnekkige slag geleverd, waarin de leren het onderspit moesten delven. Niets evenwel was verloren; maar de kleinmoedige JAMES liet zijne verdedigers in den steek en haastte zich naar Frankrijk te vluchten. De Ieren, onder den dapperen SARSFIELD, zetten den strijd voort en eene poging van WILLEM om zich van Limerick meester te maken werd met groot verlies afgeslagen. Maar het einde was op handen, en de Iersche aanvoerder, al hadde hij nog gedurende eenigen tijd den kamp kunnen volhouden, dacht dat het beter ware zoo mogelijk in ruiling van eene onmiddellijke onderwerping voor zijne ongelukkige landgenooten eenige toegevingen te bekomen Hij teekende den 3 October 1691 het verdrag van Limerick, waarbij hoofdzakelijk bepaald werd dat << de Iersche Katholieken, wat aangaat de uitoefening van hunnen godsdienst, zulke rechten zouden blijven. genieten, die met Ierland's wetten strookten, of die zij reeds onder de regeering van CHARLES II genoten » (2), en verder dat < Hunne Majesteiten

(1) Na het dempen van den opstand werden weer meer dan 1.000.000 akkers (400.000 hectaren) verbeurd verklaard. De onteigenden waren bijna allen Katholieken.

(2) The Roman Catholics of this Kingdom shall enjoy such privileges in the exercise of their religion as are consistent with the laws of Ireland; or, as they did enjoy in the reign of King Charles the Second. »

(WILLEM en zijne vrouw MARY), zoohaast hunne zaken hun zouden toelaten een Parlement (in Ierland) te beroepen, hun best zouden doen om nog andere waarborgen aan de Roomsch-Katholieken te verleenen, ten einde hen tegen alle stoornis op 't punt van hunnen godsdienst te beschutten » (1). Hoe die plechtige beloften werden gehouden, zullen wij straks vernemen.

Een ander artikel van het verdrag liet aan SARSFIELD en aan allen, die hem wenschten te volgen, toe, zich naar Frankrijk te begeven. Tien duizend man, het puik en de bloem van het Iersche leger, verlieten voor eeuwig hun vaderland en traden in Franschen dienst, waar zij, en na hen hunne zonen, de Iersche Brigade >> vier regimenten ruiterij en zeven regimenten voetvolk vormden, die op alle slagvelden van Europa lauweren plukte en doorslaande bewijzen gaf van zeldzamen heldenmoed (2). Andere leren vestigden zich in Spanje en in Oostenrijk, en velen hebben in de geschiedenis van die landen eene voorname rol gespeeld : namen als die van LALLY-TOLLENDAL, DILLON, MAC MAHON in Frankrijk; PLUNKET, O'BRIEN, TAAFFE in Oostenrijk; BLAKE, O'REILLY, O'DONNELL in Spanje, zijn daar om te getuigen.

(1) And Their Majesties, as soon as their affairs will permit them to summon a Parliament in this Kingdom, will endeavour to procure the said Roman Catholics such further security in that particular as may preserve them from any disturbance upon the account of their said religion. »

[ocr errors]
[ocr errors]

(2) SARSFIELD of, om hem zijnen vollen naam te geven, PATRICK SARSFIELD, Graaf van LUCAN viel te Neerwinden den 19 Juli 1693 op het oogenblik dat hij aan 't hoofd zijner mannen en onder het wraakgeschreeuw « Remember Limerick! » Koning WILLEM's vluchtend leger achterna zette. Onder de andere gevechten waarbij de Iersche korpsen van het Fransch leger zich bijzonder onderscheiden, dienen vooral vermeld te worden: Steenkerke (1692), Cremona (1702), Blenheim (1704), Almanza (1707), Malplaquet (1709) en Fontenoy (1745).

III.

De Strafwetten tegen de Katholieken. nijverheid ten onder gebracht.

Handel en

De Landheeren

en de onmeedoogende uitbuiting des volks.

[ocr errors]

ET verdrag van Limerick werd door de Regeering onbeschaamd geschonden. Engelsche geschiedschrijvers, onder anderen MACAULAY en GREEN, trachten die trouwelooze handelwijze te verbloemen en te verschoonen. Zij houden staande, dat Generaal GINKELL (1), die het stuk onderteekende, de palen zijner macht te buiten ging; overigens voegen zij erbij, beide partijen wisten zeer goed dat de overeenkomst nietig en van geener waarde was en enkel pro forma werd gesloten (2).

Die laatste bewering is eene moedwillige belee

(1) GODBERT DE GINKELL (in 1692 tot Graaf van ATHLONE verheven) was een der Hollanders, die Koning WILLEM III vergezelden. De Engelschen, die op hunne omwenteling van 1688 zoo fier zijn, vergeten al te licht dat zij hunne bevrijding te danken hebben, niet alleen aan het beleid van den Nederlander WILLEM VAN ORanje, maar ook aan de kloeke arinen zijner Nederlandsche soldaten. Zij waren het, die den troon der STUART's omverwierpen en het werk doordreven, dat, drie jaar te voren, de Engelschman MONMOUTH en de Schotsman ARGYLE vruchteloos hadden ondernomen.

(2) Dat de Regeering met kwade trouw handelde en er nooit aan dacht het verdrag eerlijk uit te voeren, is ongelukkig meer dan waarschijnlijk. Toen de drie Lords Justices, die zooeven de overeenkomst hadden bekrachtigd, naar Dublin terugkeerden, hield in hunne tegenwoordigheid de (Protestantsche) bisschop van Meath eene preek, waarin hij trachtte te betoogen dat tegenover zulke trouwelooze vijanden als de Katholieken men niet verplicht was aangegane verbintenissen te eerbiedigen. De drie Lords Justices zwegen en, men weet het, qui tacet consentire videtur.

« ForrigeFortsæt »