Billeder på siden
PDF
ePub

stieten zij tegen eene stevige barrikade, die den weg afsperde en tevens werden zij langs alle zijden door de woedende Ieren aangevallen. De overige ruiterijkorpsen, die op hoogeren en op beteren grond waren gebleven, durfden of konden geene hulp bieden en de Ancient Britons, die op hunne beurt te vergeefs om genade smeekten, werden tot op den laatsten man doodgeslagen.

De ondergang van die gevreesde bandieten maakte eenen diepen indruk en werd in stilte toegejuicht, maar nu was het te laat om den zieltogenden opstand nog te redden. FITZGERALD begreep het, en den 12 Juli sloot hij met Generaal DUNDAS eene overeenkomst, waarbij zijne manschappen de vergunning kregen om naar huis te keeren, terwijl men aan de leiders toeliet zich in vrijwillige ballingschap te begeven. Ditmaal werd het verdrag eerlijk uitgevoerd. Overigens, sedert eenige dagen was er een nieuwe Lord-Luitenant te Dublin aangekomen, Lord CORNWALLIS, die tijdens den Amerikaanschen oorlog eene voorname rol had gespeeld en zich eindelijk te Yorktown had moeten overgeven. Lord CORNWALLIS, die ook met het opperbevel over het leger in vervanging van Generaal LAKE werd bekleed, stelde zich voor den ijver der Oranjemannen allengs tot bedaren te brengen. PITT immers had cenen opstand gewild; die opstand was thans verpletterd; dus was het nutteloos het volk tot wanhoop te drijven en misschien nieuwe oproeren uit te lokken, te meer daar men, zooals wij het straks zullen zien, den bijstand of althans de onzijdigheid der Katholieken noodig had om de voorgenomen Unie door te drijven.

Wat aangaat, den in het bloed gesmoorden opstand van het graafschap Wexford, van belang is het te doen opmerken, ten eerste dat die opstand

geenszins het gevolg was der propaganda van den Ierschen Bond, maar eenvoudig van de opzettelijk ingerichte dragonaden, die aan het volk geene andere uitkomst lieten (1), vervolgens, dat indien de overige 31 Iersche graafschappen met dezelfde eenparigheid en denzelfden moed als Wexford waren opgestaan, het voor de Regeering onmogelijk zou geweest zijn aan die algemeene en gelijktijdige beweging weerstand te bieden; een bewijs dat de plannen van Lord EDWARD FITZGERALD en WOLFE TONE, hadden zij naar behooren kunnen uitgevoerd worden, Ierland's verlossing, zelfs buiten alle vreemde hulp, zouden verzekerd hebben.

(1) De analogie met den opstand van onze Belgische boeren in hetzelfde jaar springt in het oog, met dit verschil echter dat de toestand der Iersche landlieden honderdmaal onverdraaglijker was dan die onzer voorouders.

[blocks in formation]

AT deden intusschen de Ulstersche Dissenters, die eenige maanden te voren zoo luid hadden gevraagd om het gewapend verzet dadelijk te beginnen? Zij waren het toch, in wier midden de Iersche Bond was ontstaan, die de kern ervan uitmaakten. Hoe komt dat zij nu, op het beslissend oogenblik, eene lauwheid toonden, die bijna aan afval grensde?

Verscheidene redenen heeft men opgegeven om die zonderlinge houding uit te leggen: Katholieken. en Protestanten wantrouwden elkander meer en meer; alle voorname leiders waren gevangen of voortvluchtig; er was gebrek aan wapenen en aan krijgsvoorraad... De hoofdoorzaak was echter in het karakter zelf der Ulstersche bevolking te zoeken: de Dissenters aldaar hadden van hunne Schotsche voorouders den practischen geest en de koude berekenende inborst geërfd, welke een kenteeken zijn van hun ras. Zij waren ten volle bewust dat in de tegenwoordige omstandigheden de opstand bezwaarlijk kon zegepralen en met tegenzin namen zij aan eene poging deel, waarvan zij het mislukken voorzagen.

In stede dus van, zooals afgesproken, den 23 Mei op te staan, bleven zij gedurende een paar weken

:

werkeloos. Eerst op 7 Juni werd de vaan der Vereenigde Ieren bij Antrim ontrold en die stad na een scherp gevecht ingenomen de bezetting vluchtte en liet twee veldstukken in de handen der opstandelingen. Maar talrijke troepen waren in de nabijheid en haastten zich tegen Antrim op te rukken. Een eerste aanval werd afgeslagen; dan liet men de stad beschieten, hetgeen de leren spoedig dwong haar te ontruimen. In 't open veld werden zij door de ruiterij en rijdende artillerie ingehaald en leden zware verliezen. Wat er van den hoop overbleef bereikte met moeite Donegar Hill, waar andere benden, die te vergeefs Ballycastle, Ballymena en Larne hadden aangetast, hen vervoegden. Een paar dagen later gingen zij uiteen zonder verder iets te wagen.

Den 8 Juni begon de opstand in het graafschap Down onder de leiding van eenen Dr. JACKSON en van HENRY MONRO, eenen koopman uit Lisburn. 's Anderendaags behaalden de Ieren eene niet onbelangrijke overwinning op Kolonel STAPLETON, die met aanzienlijk verlies naar Belfast de wijk moest nemen. Maar reeds op den 12en, werd hunne stelling te Ballinahinch door de koninklijke troepen bestormd. Het gevecht duurde verscheidene uren en de opstandelingen, wier getal op 5000 geschat wordt, boden eenen hardnekkigen tegenstand en dreven herhaaldelijk den vijand in wanorde terug. Eindelijk toch moesten tucht en geschut zegevieren en de Ieren, uit hunne haastig opgeworpene verschansingen gedreven, werden als kaf in alle richtingen uiteengejaagd. Zij trachtten niet weer bijeen te komen en zoo eindigde de kortdurige opstand van Ulster.

Minder wreed dan elders werden de Ulstersche opstandelingen vervolgd, misschien wel omdat zij geene Katholieken waren. De leiders alleen moesten hunne

Geschiedenis van het lersche Volk

14

nederlaag met hun leven betalen. HENRY JOY MAC CRACKEN, een algemeen geacht fabrikant, die de Ieren te Antrim had geleid, werd met eenige anderen te Belfast gehalsrecht. MONRO voerde men naar Lisburn en hing hem boven de deur van zijn eigen huis, waarin zich zijne vrouw en zijne kinderen bevonden (1). Intusschen heerschte bij voortduring te Dublin een schrikbewind, dat aan den toestand van Parijs in 1793 herinnert. Feitelijk werden dezelfde maatregelen genomen om de verdachten te ontdekken en onschadelijk te maken. Zoo bij voorbeeld moesten op de deur van ieder huis de namen der inwoners aangeplakt blijven. Er was echter een verschil : ROBESPIERRE was een hardvochtige dwingeland, MARAT een bloedhond en FOUQUIER-TINVILLE een beul, maar zij waren geene dieven en niemand hadde ze kunnen omkoopen. Van de veile kliek, die in Ierland den staf zwaaide, zou men bezwaarlijk hetzelfde kunnen zeggen wreedheid was er genoeg, maar persoonlijk eergevoel en politieke onbaatzuchtigheid schitterden door hunne afwezigheid. Evenmin dient men uit het oog te verliezen dat de Fransche omwentelaars hunne tegenstanders doodden, maar niet pijnigden. De halfrazende CARRIER alleen was wellicht eene uitzondering. In Ierland daarentegen waren er honderd CARRIER's, die hunne slachtoffers tot onder de vensters van Lord CASTLEREAGH straffeloos folterden, en wier euveldaden overigens die

(1) Die verfijnde wreedheid schijnt den Britten eigen te zijn. Ieder Nederlander kent de tragedie van Slachter's Nek in Zuid-Afrika. In Ierland, tijdens de onlusten, was het bij vele magistraten eene vaste gewoonte hunne slachtoffers in de tegenwoordigheid hunner familie te folteren. Zoo werden vaders doodgezweept (en vice versa) terwijl hunne zonen onder de galg moesten knielen en met het bloed van den martelaar bespat werden.

« ForrigeFortsæt »